mastodon.online is one of the many independent Mastodon servers you can use to participate in the fediverse.
A newer server operated by the Mastodon gGmbH non-profit

Server stats:

10K
active users

#ceder

0 posts0 participants0 posts today

Cornelis de Bruijn (6) Terugkeer

Cornelis de Bruijn, Libanonceders

Dit is het zesde van dertien stukjes over Cornelis de Bruijn. Het eerste was hier.

***

Libanon

Cornelis de Bruijn verliet Jeruzalem op 16 november 1681 en bleef even hangen in Ramla om daar – vandaag 343 jaar geleden – Kerstmis te vieren. Nieuwjaar en Drie Koningen volgden en op 8 januari 1682 was hij weer in Jaffa, waar hij onmiddellijk aan boord van een schip ging. De volgende dag arriveerde hij in Tripoli.

Cornelis de Bruijn, Tripoli

Daar verbleef De Bruijn vier maanden in het huis van de Hollandse consul, maar hij maakte wel enkele rondreizen. Een daarvan bracht hem naar de Libanon, waar hij de beroemde cederbomen bewonderde. Op een tweede reis bezocht hij Akko, Nazaret, het Meer van Genesaret en de berg Tabor. Op de weg terug bezocht hij opnieuw Tyrus en deed hij Sidon aan alvorens terug te keren naar Tripoli.

Syrië

Daarvandaan vervolgde zijn weg naar Aleppo, waar hij van mei 1682 tot april 1683 woonde in de karavanserai. In zijn verslag vertelt hij over de Romeinse munten die hij op de markt kocht. Hij geeft er een uitvoerige beschrijving van.

Cornelis de Bruijn, Aleppo

Vanuit Aleppo wilde De Bruijn verder reizen naar de onlangs geïdentificeerde ruïnes van Palmyra. Vijf jaar eerder waren de overblijfselen van de oude stad bezocht door een groep Engelsen, en nu wilde de Nederlandse kunstenaar de plek ook zien. Helaas weigerde een lokale bedoeïenenstam mee te werken. Na een klein jaar verliet De Bruijn Aleppo, enigszins teleurgesteld.

Toch hoeft de lezer van Reizen door de vermaardste Deelen van Klein Azië niet te delen in deze teleurstelling. Acht jaar na De Bruijns poging hadden dominee William Halifax en een Nederlander genaamd Gerard Hofsted van Essen
meer succes. In zijn boek bood De Bruijn zijn lezers een samenvatting van wat Halifax had geschreven, met enkele kleine toevoegingen. Ook voegde hij een gravure toe, die een kopie was van een groot schilderij dat Hofsted van Essen had  gemaakt. Het schilderij is nu in het Allard Pierson-museum. Ik blogde er al eens over.

De gravure van Cornelis de BruijnGerard Hofsted van Essen, Palmyra (Allard Pierson-museum, Amsterdam)

Terug naar Italië

De Bruijn verliet Syrië vanuit Alexandretta (het huidige Iskenderun), bezocht Cyprus en reisde in de eerste helft van juni van Antalya naar Smyrna. De binnenlandse route was ongebruikelijk. Het was bekend dat deze gevaarlijk was. Het grootste gevaar bleek echter niet een overval, maar een grote slang, die De Bruijn uitschakelde met zijn pistool.

Veilig en wel arriveerde hij in Smyrna, waar hij nog zestien maanden zou blijven. Pas nu ontdekte hij dat de Hollandse consul en de ambassadeur in Constantinopel tijdens zijn eerdere bezoek hadden geloofd dat De Bruijn de potentiële moordenaar van Johan de Witt was. Toen de kunstenaar Smyrna uiteindelijk verliet, op 25 oktober 1684, was hij al meer dan tien jaar van huis.

Op 10 november arriveerde hij in Venetië, waar hij tot 1692 zou verblijven in het atelier van een Beierse schilder wiens echte naam Johann Carl Loth was, hoewel elke Italiaan hem Carlotto (1632-1698) noemde. De Bruijn ging werken in zijn atelier.

Venetië

Over de Venetiaanse jaren van De Bruijn is vrijwel niets bekend. Het is mogelijk dat onderzoek in Italiaanse archieven nog eens iets zal opleveren. In elk geval heeft hij Johann Michael Rottmayr (1656-1730) ontmoet, die op dat moment ook in dienst was van Loth.

Het martelaarschap van Petrus van Verona (kopie)

Natuurlijk moet De Bruijn hebben gehoord hoe Willem III in 1688 een nogal dubieuze uitnodiging had aanvaard om koning van Engeland te worden, het reguliere leger had verslagen, Londen had veroverd, koning was geworden en had aangekondigd dat hij, zoals hij in de Republiek gewend was, de macht zou delen met het parlement. Het verhaal van de Glorious Revolution moet De Bruijns belangstelling hebben gehad, want Willem was aan de macht gekomen na een moord waarvan de kunstenaar nog steeds werd verdacht.

Het is mogelijk dat De Bruijn heeft bijgedragen aan het enige werk uit het atelier van Loth dat in deze jaren kan worden gedateerd, een kopie van Titiaans Dood van Petrus van Verona. Het origineel bevond zich vroeger in San Zanipolo in Venetië, maar is nu verloren gegaan.

In 1692 werd Loth naar Wenen geroepen om hofschilder van keizer Leopold I te worden. Hij zou die positie tot zijn dood bekleden en worden opgevolgd door Rottmayr. Misschien wilde De Bruijn met zijn collega’s mee, maar omdat hij niet katholiek was, ging dat niet. In plaats daarvan keerde hij terug naar huis. Het Rijnland was niet langer een oorlogsgebied en hij kon Frankfurt en Keulen bezoeken. In Keulen vierder hij Kerstmis, Nieuwjaar en Drie Koningen (die in Keulen begraven zouden liggen). Ook het beroemde Keulse carnaval maakte hij mee.

Daarna reisde hij verder. Op 14 maart 1693 arriveerde hij in Amsterdam; vijf dagen later was hij in Den Haag.

Wordt vervolgd.

Ik organiseer in het voorjaar van 2025 een reis naar de vernieuwde musea van Beieren. Door mee te gaan helpt u deze blog gratis te houden. Maar u kunt natuurlijk ook een van mijn boeken kopen (en lezen), een cursus doen, of doneren. U kunt de blog ook volgen via het Whatsapp-kanaal.

Deel dit: